Euverem
de heggen zijn berijmd
vorst ligt licht op
ligt op geknotte takken
vastgevroren kluiten aarde
verpulveren krakend
onder onze voetstappen
frisse gezonde lucht
diep opsnuivend
wangen kleuren rood
de blik op oneindig
en vooruit, kijk adem
als een wolkje lucht
als witte zuilen hangen
ijspegels aan het riet
van oude boerderijen
het ijsvogeltje verschalkt
een visje uit de
nog stromende gulp
Dorpen en Steden
door aangedane plaatsen aangedaan