logojwpott  

jurry pott

HV 2905 Adler.jpg

Auto’s van de vader van mijn vriend en zijn hobby

Mijn schoolvriend woonde in het mooie witte huis aan de Zwartsluizerweg, even buiten Hasselt, net de driehoek met het ANWB bord voorbij. Met sierlijke letters stond er op het huis ‘Kalmushoek’ . Zijn vader had dat huis in de dertiger jaren zelf gebouwd. Het was niet alleen van buiten mooi, ook van binnen. Daarnaast stond, even eerder, het huis ‘Akkerzicht’, daar woonden twee oudtantes van mijn vriend. Een enkele keer gingen we daar wel eens heen om wat te brengen. Dat huis was niet zo mooi, het was opgetrokken van rode baksteen. Wel had het net als het huis van de vader van mijn vriend heel mooie dieprode tegen paars aan gekleurde glimmende dakpannen. Ik vond dat deftig staan, ik hoorde mensen wel een het woord chic zeggen. Maar het huis van mijn vriend was mooi wit geschilderd en er om heen lag een mooie grote tuin, die er altijd pico bello uitzag.. De vader van mijn vriend was een aardige man. Hij had zijn eigen denkbeelden in de goede zin en stak die ook niet onder stoelen of banken. Hij las bijvoorbeeld al tijdschriften, waar andere mensen het bestaan nog niet van wisten. De vader van mijn vriend had zich dan ook een bijzonder goede en brede ontwikkeling op vele terreinen, dat moest ook wel, want hij deed heel belangrijk werk voor de IJsselcentrale in Zwolle en ook voor de kalkbranderijen van de Foltu, een afkorting van Folkerts en Van Tubbergen, gevestigd in Amsterdam. En voor dat belangrijke werk had hij zelfs een auto. Dat was wat in die jaren net na de oorlog. Niemand had eerlijk gezegd een auto en de vader van mijn vriend had er een. Ik vond dat geweldig. Voor die auto  werd een houten garage gebouwd, die mooi groen geverfd werd. We mochten wel eens met de dokter mee als die bezoeken buiten Hasselt deed. Dan konden we de hekken openzetten en weer dichtdoen. Maar in de auto van de vader van mijn vriend zitten, een ritje maken naar Zwolle bijvoorbeeld of de nieuwe Noordoostpolder in naar Emmeloord of Nagele, - waar alle huizen platte daken hadden, de huizen en straten en pleinen waren daar in vierkante vormen gebouwd -, dat gaf toch nog weer een ander gevoel. De eerste auto was een lichtgrijze Adler, een Duitse auto, maar die is er maar heel kort geweest. Die auto werd opgevolgd door een splinternieuwe Ford Anglia, een mooie Britse auto met stoffen bekleding.
HV 2910 Ford anglia bristol.jpg
Als je erin zat rook alles zo nieuw en alles was zo mooi. Ik vond het prachtig, vooral de clignoteur, dat was een Frans woord voor de richtingaanwijzer, de als een armpje naar buiten ging..Na enkele jaren kwam er een Ford Prefect, eerst een in zachtgroen en later een in lichtbruin. De zachtgroene Prefect vond ik het mooist.

 HV 2912 Ford Prefect.jpg

De vader van mijn vriend had ook een hobby, hij filmde. Allerlei feesten in Hasselt filmde hij, de optochten op Koninginnedag en de lampionnenoptocht.. Op die films stonden bekende mensen uit Hasselt, zoals de burgemeester en Haasjes, politieagenten Minnema en Poolman, Sinterklaas, bij zijn aankomst aan de kade, het feest van Foekepotterij op 11 november, maar ook wij stonden op die films. Komend uit school of spelend op de schelpen bij de kalkbranderijen. Of dat een schip vol met schelpen door de gracht voer of op het Zwartewater. Het was gezellig om naar die films te kijken want ineens zag je dan jezelf en dat was wel heel speciaal.

 HV 2999nagele.,jpg

Het mooiste vond ik de autoritjes met mijn vriend op zaterdagmiddagen naar de kastelen en buitenhuizen in de provincie Overijssel. De vader van mijn vriend legde die kastelen en buitenhuizen allemaal vast op de film. Nee, niet zomaar. Eerst werd dat keurig gevraagd, soms telefonisch  maar meestal schriftelijk in een getypte brief en dan was het altijd spannend wat het antwoord was van de graaf of de baron. Meestal mochten we wel buiten filmen, de oprijlaan, het kasteel, de grachten, de tuinen, een heel enkele keer mochten we ook naar binnen. De vader van mijn vriend sprak dan met de kasteelheer of de gravin of barones over zijn hobby. Wij vonden dat helemaal prachtig als we naar binnen mochten. Eerst zo’n hoge stenen trap met wel meer dan tien treden op en dan zwaaide de deur open. Dan stond je op dikke vloerkleden in een grote hal, met een heel hoog plafond. Aan de wand van de gang hingen schilderijen, veelal portretten. Dan ging er een andere wereld voor je open. Je keek je ogen uit naar al die pracht en rijkdom. En het was heel bijzonder om dan van zo hoog te kijken naar beneden waar onderaan de trap die zachtgroene Ford Prefect op het pad zo maar tussen al die rozenperken stond en de gladgeschoren gazons, waarop meestal een mooi wit marmeren beeld stond of een fontein, die het water hoog opspoot. En dat alles zo mooi in gelijke delen, links en rechts, ‘symmetrie’ heette dat met een moeilijk woord zei de vader van mijn vriend tegen ons.
En als je dan op een donkere avond die films weer eens bekeek, dan ging alles weer voor je leven. Dat was geweldig.

 

.