Vlaggen uit op mijn verjaardag
Mijn verjaardag vond ik geweldig, dat was in de jaren na de bevrijding, in 1945, 1946 en 1947 voor mij een groot feest, de straten, je kunt gerust zeggen, alle straten van Hasselt werden versierd met mooie witte staanders met daarop witte bloembakken vol met geraniums en andere bloemen, zoals oranje Afrikaantjes. Om de witte staanders kwamen rood, witte en blauwe en oranje linten van crêpepapier en er werden lampjes opgehangen, ook gekleurde tussen de standaards met bloembakken. Tussen de lindebomen op de grachten hingen ook lampjes. Dat gaf ’s avonds een prachtig en feestelijk beeld. Ik mocht dan een eindje meewandelen, een lampion in de hand, met mijn vader en moeder. Ik liep dan tussen hen in. Mijn opa en opoe waren er ook in 1945, die waren zelfs helemaal uit Zoutkamp gekomen voor mijn verjaardag. Dat vond ik prachtig. Ik vond het ook prachtig dat er op mijn verjaardag door een echte fotograaf een foto gemaakt bij ons in de tuin. Daarvoor mocht ik mijn zondagse kleren aan, zelfs met het stropdasje. En dat allemaal ter ere van mijn verjaardag. Ik had de dag ervoor al op de kleuterschool een heel mooie kleurplaat gekregen en ik kreeg een mooie rozet opgespeld in de kleuren rood wit en blauw en ik had getrakteerd, ik voelde me echt echt jarig. Op die dag mocht ik mijn witte bloesje met het oranje broekje aan, dat broekje zat met knoopjes aan het witte bloesje zat. Dat had mijn moeder gemaakt naar het model van de pyjamaatjes, die we toegestuurd hadden gekregen van familie uit Amerika voor mij en mijn broertje. De groenwitte muziektent was opgebouwd op de markt, tussen het stadhuis en de vrijheidsboom, die later ter ere van onze Koningin Wilhelmina tot Wilhelminaboom was omgedoopt. ’s Morgens liep Hasselts Fanfare, het plaatselijke muziekcorps al blazend door de straten en daar achteraan kwam de grote optocht van versierde fietsen en wagens en ’s avonds, na de lampionnenoptocht, gaf Hasselts Fanfare in die muziektent nog een concert met bekende vaderlandse liederen uit de bundel van Valerius Gedenckklank en mensen zongen dan vol vreugde met een blij gezicht mee. En op de dag zelf, de dag van mijn verjaardag, haalde mijn vader de grote vlaggenstok - die nog van Opa Visser geweest was, de kleuren rood wit en blauw waren gedraaid als een slinger op de vlaggenstok geverfd - van de zolder, daaraan kwam de rood wit blauwe vlag en de oranje wimpel en dan werd de vlag uitgestoken vanuit het rechterraam van de zolderkamer. Als steun en stevigheid werd de vlaggenstok onder het bed gestoken. De hele straat was een al vlag, uit alle huizen stak het rood wit en blauw met oranje wimpel. En dat allemaal op mijn verjaardag. Dat is toch geweldig als je vijf, zes, zeven wordt. In 1948, toen ik acht jaar werd, kwamen er ook bij de ingangen van de straten poorten opgevuld met groene takken en weer versierd met bloemen van crêpepapier in de kleuren rood wit en blauw en linten van oranje. En er werden foto’s van Koningin Wilhelmina opgehangen. En omdat onze koningin toen 50 jaar koningin was werd het een extra feest. Maar toen begreep ik al wel dat al die versieringen en al dat gevlag niet voor mij was, maar voor onze koningin.