Zij met hun en hen
Taalkundig wordt het verschil niet meer gevoeld
Zij zeggen hun waar zij wordt bedoeld
Hun staan op de bus te wachten
Zelfs zij zijn niet in hun gedachten
‘Ik geef hem of haar op deze dag een geschenk’,
maar als het er meer zijn, willen ze van hun niet weten
Ik geef het hun, zijn ze geheel vergeten
Het is maar net waar je aan denkt
zij hun hen
hun hen zij
hen zij hun