vogel gods
de vogel gods komt aangevlogen
gewoonweg zomaar voor de zon,
voor de zon van gods genade
en kijk toch, zienderogen,
een nieuwe wereld begon
op die dag, mensen uitgelaten
hoorden naar elkaar gekluisterd,
keken elkaar in de ogen, gezegd
en gesproken werd er zoals ’t moet.
raakten wij ook maar zo bevlogen,
in vuur en vlam aan de horizon
sprekend over geloof, onze daden,
dan wordt de wereld opgeluisterd
en maken wij waar, heel echt:
wie goed doet goed ontmoet?
laat elke dag opnieuw opgetogen
dan drinken uit de ware bron,
de bron van levend water.
immers dan alleen bruist er
levend leven zogezegd,
en ontvangen we liefde op de koop toe