emmaüsgangers
we kennen het verhaal helemaal
van hen uit emmaus, die twee.
ze gaan al pratend hun weg,
er is ook wel wat te praten, zogezegd.
de een deelt de ander van alles mee
en al met al is het een heel verhaal.
hun stad ligt aan de einder daar,
een flink eind lopen van jeruzalem.
ze verhalen wat ze hebben gehoord.
ineens is daar die ander, geeft antwoord
op hun vragen. ze kijken op naar hem
en alles lijkt ineens zo zonneklaar.
thuisgekomen nodigen ze hem te eten,
gebroken brood ontvangen ze uit zijn hand,
dan zien ze hem ineens met andere ogen.
het leven krijgt weer zin, ze raken opgetogen.
ze gaan de weg terug, van het beloofde land
moeten de anderen immers ook weten,
de weg, de kruisweg, wordt een weg ten leven,
de zon van gods genade een open graf,
hun stad van heden en verleden, een droom gelijk
wordt het nieuw jeruzalem, het koninkrijk
der hemelen is hier en nu en verschaft
dit beeld. wie wil van dit alles niet hoog opgeven?
dit gedicht vindt u ook in de rubriek poesie parlante,
maar dan in een andere vorm.